DSC: Gebroeders Monster en Aart Bosman bekronen kampioenschap
Uitgegeven door Maurice Hoogers • 23 oktober 2011 16:27
ASSEN - De gebroeders Monster en Aart Bosman hebben hun seizoen in stijl afgesloten. De twee equipes, die tijdens de zaterdagrace van de Dutch Supercar Challenge beiden het kampioenschap in hun divisies binnenhaalden, pakten in de laatste race van het seizoen beiden een overwinning. In de Supersport II-divisie ging de tweede plaats naar André de Vries en Peter Claassen, en de derde plaats ging naar Pieter van Soelen. In de Sport-divisie completeerden het duo Van den Bos/Van der Zweerde en de gebroeders Van Vliet het podium. Aart Bosman pakte met zijn overwinning na het kampioenschap in de Sport-divisie bovendien het overall-kampioenschap van de Dutch Supercar Challenge, door de meeste punten van iedereen te scoren.
De start van de race verliep niet voor iedereen vlekkeloos. Dick van der Donk, die in de zaterdagrace nog knap derde werd, kreeg bij het doven van de lichten technische problemen met zijn BRL en kon zijn bolide meteen aan het einde van de pitstraat parkeren. Pieter van Soelen had ondertussen wel een goede start, en zag bovendien dat Peter Claassen op de tweede positie kon aanhaken. Ferry Monster kon op de derde positie aansluiten.
Om de vierde positie was het daarna spannend. Daan Meijer voerde een groepje met Ronald van Loon en Koen Bogaerts aan maar moest toestaan dat Bogaerts, die snel onderweg was, in de derde ronde de vierde positie kon overnemen. Vlak daarna kreeg Meijer met zijn Porsche bovendien technische problemen. Meijer kon nog wel de pitstraat bereiken, reed daarna ook weer verder, maar moest een halve ronde later toch zijn Porsche in het gras parkeren.
Ronald van Loon was hierdoor op een goede vijfde positie terecht gekomen, maar ook hem bleven technische problemen niet bespaard waardoor hij al voortijdig de pitstraat op moest zoeken en een goede klassering in rook op zag gaan.
Aan de kop van het veld had Pieter van Soelen ondertussen een voorsprong van ruim tien seconden op Peter Claassen opgebouwd. Claassen stond bovendien onder druk van Ferry Monster en kon niet voorkomen dat Monster de BMW van Claassen in de negende ronde in kon halen.
Bij de pitstops viel Pieter van Soelen daarna ver terug. Door zijn goede resultaten in de laatste races had hij in totaal maar liefst zestig extra resultaatseconden waardoor hij terugviel tot de vijfde positie, achter Nick Aerts. Van Soelen pakte echter al snel de vierde plaats van Nick Aerts weer over.
Robin Monster was door de strafseconden op de eerste positie komen te liggen met vlak daarachter André de Vries, die het stuur van de Papstar BMW van Peter Claassen had overgenomen. De Vries kon echter niet aanvallen bij Robin Monster, omdat hij naar eigen zeggen zijn tweede versnelling miste.
Pieter van Soelen was ook na de pitstops snel onderweg en haalde na Nick Aerts na een paar ronden ook Mark van der Aa in. Van der Aa kende hierna een spannende slotfase, omdat Marcel Norbart met zijn Seat Leon Supercopa snel dichterbij kwam. De laatste ronden reed het tweetal bumper aan bumper, maar Norbart slaagde er niet meer in om een gaatje te vinden bij Mark van der Aa.
Aan de koplopers ging dit alles voorbij, zodat Robin en Ferry Monster hun seizoen in stijl met een eerste positie afsloten. Tweede eindigden Peter Claassen en André de Vries, en Pieter van Soelen eindigde op de derde positie.
In de Sport-divisie had Aart Bosman meteen een goede start. De Lotus-coureur, die tijdens de zaterdagrace kampioen werd, kon aanhaken bij een aantal snelle Supersport I-deelnemers en kon hierdoor buiten het vizier van zijn directe concurrenten blijven.
Die concurrenten hadden het bovendien flink aan de stok met elkaar. Nico van Vliet was bij de start op de derde positie komen te liggen, maar hij had vlak achter zich aan Eric van de Munckhof, Guillaume Schulz en Michael Verhagen. Laatstgenoemde moest dit gevecht echter na een paar ronden staken omdat hij zijn bumper los had zitten en door de wedstrijdleiding met een meatball binnen werd geroepen.
De Oekraïner Protasov had ook een goede start gemaakt en was in de beginfase op de tweede plaats komen te liggen. Hij kon alleen niet lang van die plaats genieten, omdat de wielophanging van zijn BMW kapot ging en hij dus voortijdig de pitstraat op moest zoeken.
De nummers twee tot en met vijf lagen tot aan de pitstops zeer dicht bij elkaar. Bij het eerder genoemde groepje had zich Richard van den Bos aangesloten en hij ging als een mes in de boter naar voren toe.
Vlak voor de pitstops lag Van den Bos al op de tweede positie, maar daarna ging het fout voor de BMW-coureur. Van den Bos wilde Supersport II-deelnemer Kurstjens inhalen, maar zij raakten elkaar waardoor Van den Bos in de rondte ging en op een vierde plaats terug de baan op kwam.
Na de pitstops lag Bosman ondanks zijn resultaatseconden nog steeds op de eerste positie. Achter Bosman was het spannend, met Nico van Vliet op de tweede plaats voor Guillaume Schulz en Bert van der Zweerde.
Volledige uitslag van de race