Kostenreductie in FIA Formule 3 races 2017: een overzicht van de stand van zaken
Uitgegeven door Dirk Kempen • 26 januari 2017 09:22
Het World Motor Sport Council, onder leiding van FIA president Jean Todt, wil de kosten van FIA Formule 3-races gaan beperken. De aangepaste regels gelden voor de Europese Formule 3, Japanse Formule 3 en de F3 World Cup (Macau).
Het huidige technisch reglement voor het chassis houdt de FIA gelijk tot en met seizoen 2019. Het huidige Dallara chassis stamt uit 2012. Naast Dallara is ook het Arttech chassis uit 2015 toegestaan. Of dit Russische model in 2017 in actie komt is nog onbekend. De technische ontwikkeling van de motoren wordt ook stilgezet tot en met 2019. De afgelopen jaren zagen we vooral Volkswagen en Mercedes-Benz. Enkele teams reden met NBE en ThreeBond motoren. De in Azië veelgebruikte Toda Racing, TOM'S, M-Tec (Mugen) zijn ook toegestaan. Tot slot is de in 2014 ontwikkelde Renault Formule 3 motor toegestaan, al is het erg onwaarschijnlijk dat deze op het asfalt zal verschijnen.
De kosten voor gebruik van de motoren gedurende één seizoen zijn aan een maximum gebonden. Per auto mag er maximaal € 65.000 besteed worden aan de krachtbron per seizoen. Dit is vergelijkbaar met de kosten beperkende regels in de FIA Formule 4. Als een auto van motor wisselt, zonder dat hier technische noodzaak voor is, krijgt diegene een straf van 10 startplaatsen voor de volgende race. Op het circuit krijgen de teams te maken met een personeelslimiet. In overleg met het team heeft de FIA een quotum vastgesteld. Dit maakt het voor de teams goedkoper én eerlijker.
Het Europese Formule 3 seizoen start op 24 en 25 maart met een collectieve test op de Hungaroring. Daarna testen de teams op 28 en 29 maart op de Red Bull Ring. De eerste races zijn op 14 tot en met 16 april op Silverstone.