Regelmakers Formule E denken dat ze meer toekomstvisie hebben dan de Formule 1

De regelmakers die invloed hebben op de technische regels van de Formule E, denken dat het kampioenschap meer toekomstvisie heeft dan de Formule 1. Professor Burkhard Goeschel, die de technische basis neerlegt voor het kampioenschap, denkt dat de FE sterker en sterker gaat worden, nadat zij vorige week de tweede generatie van de elektrische raceauto aankondigde.



Goeschel is de voorzitter van de 'Elektrische en Nieuwe Energie Kampioenschapscommissie' van de FIA, die de basis vormt voor de technische regels die de FE volgt. De voorzitter denkt dat dat de nieuwe auto het resultaat is van een stabiele, technische visie en een platform is dat voorzichtig is opgebouwd met de steun van de deelnemers.

"Ik zie het als een trotse dag om de tweede generatie van de Formule E-auto te tonen," aldus Goeschel tegen het Amerikaanse E-Racing365. "Ik denk dat het belangrijk was om iets anders dan de traditionele formule-look te tonen." De voorzitter doelt vooral op het onderscheid met de Formule 1-regels, die de afgelopen jaren tot de nodige problemen hebben geleid. Volgens de Duitser zijn de onnodig lastige regels en de kosten van de gemiddelde F1-krachtbron, de oorzaak van het probleem.

"Wanneer ik nu kijk naar de Formule 1, zie ik een gecompliceerde maar traditionele Formule-auto. Wanneer ik kijk naar een Formule E-auto dan zie je iets met een plan en een doel," zei Goeschel. "Dit is, naar mijn gevoel, superbelangrijk in deze dagen van het racen. Ik heb geholpen om tien jaar geleden de regels van de F1 samen te stellen, waar toen 'Kers' voor het eerst werd gebruikt. Dit functioneerde een tijdje uitstekend, maar de complexiteit en de kosten zijn nu extreem. Kan het publiek nu een Formule 1-motor goed begrijpen? Ik ben er niet zeker van."

De Formule E wijkt niet veel af van het technische pad dat enkele jaren geleden is uitgezet, ondanks dat er nu wel druk is om dat pad aan te passen. De FIA is onder druk komen te staan van de nieuwe fabrikanten die recent naar het kampioenschap kwamen, om bij de derde generatie FE-raceauto's vanaf 2021 veranderingen door te voeren. Deze richten zich met name op de batterij, om de ruimte te geven aan de fabrikanten om haar eigen technologie en chemie te gebruiken.

"In de Formule E ziet het technische spoorboekje er goed uit en we gaan dat niet te veel aanpassen," zei Goeschel. "Ja, volgend jaar komen er actieve remsystemen bij. Het is waar dat dit gezien kan worden als het helpen van de coureur, maar ik heb ook het gevoel dat het relevant is voor de auto industrie. Dus heb ik het gevoel dat we wat flexibiliteit ten toon moeten spreiden." De voorzitter wijst er ook op dat de topsnelheid niet te veel verhoogd moet worden, zodat het niet het karakter van het straatracen gaat verliezen. Dit is waar de Formule E bekend mee geworden is.

"De auto wordt vanaf het vijfde seizoen sneller, maar niet extreem of zo," zei de Duitser. "We moeten ons concentreren op de efficiency en de reikwijdte. Dit is een stap-voor-stap proces, omdat we moeten denken aan waar het moment is dat de auto's gestopt moeten worden met doorontwikkelen, omdat ze te snel worden. Het moet mogelijk blijven om aan straatracen te doen. We moeten er voor zorgdragen dat de Formule E ook naar normale, permanente circuits kan gaan, zonder dat dat ingaat tegen de ambiance en haar DNA. De klassieke houding van de motorsport om te blijven voortborduren op een bestaand concept, dwingt ons in een andere richting te bewegen. We moeten nieuwe ideeën integreren, om zodoende een format te scheppen dat nieuw in de wereld is, de nieuwe technische wereld!"