Tom van der Zwet: de 24 uur van Le Mans als het ultieme doel
Uitgegeven door Bas Kaligis • 17 juni 2018 13:17
WASSENAAR - Volgend jaar hoopt hij werktuigbouwkunde te gaan studeren, als ‘back-up’, want vooralsnog zet Tom van der Zwet in op een carrière als professioneel autocoureur. De achttienjarige inwoner van Wassenaar haalde onlangs zijn racelicentie en werkt vanuit het karting hard om die ambitie te verwezenlijken. Deelname aan de prestigieuze 24 uur van Le Mans is zijn ultieme doel. “Ik voel me klaar voor de autosport. Ik heb bewezen dat ik de snelheid ervoor heb.”
Nee, Tom is geen fan van Max Verstappen. Dat kan namelijk niet. Hij is Ferrari-fan en Verstappen rijdt voor Red Bull Racing. “Dat botst dan”, zegt hij met een lach. “Maar als Max voor Ferrari zou gaan rijden, zou dat geweldig zijn. Verstappens manier van racen is heel speciaal.” Toms liefde voor het Italiaanse merk heeft hij van huis uit meegekregen. “Mijn vader is fan van Ferrari en nam me van jongs af aan mee naar Ferrari-evenementen. Zo heb ik er een passie voor gekregen. Ik heb veel schaalmodellen van Ferrari’s, ben altijd met het merk bezig geweest.”
Wat zou er dan mooier zijn om zelf ooit voor Ferrari in de Formule 1 te rijden? Maar in tegenstelling tot veel karters heeft Tom niet de behoefte om de Formule 1 te halen. Wat hem veel mooier lijkt, is racen in zogenaamde GT-auto’s, of prototypes zoals die op Le Mans rijden. “Vroeger keek ik altijd Formule 1 en leek me dat het leukste. Totdat ik ben gaan karten. Ik vind rijden in GT-auto’s een meer pure vorm van racen omdat je geen KERS en DRS hebt (hulpmiddelen in de Formule 1 die het inhalen moeten helpen bevorderen, red.).”
Dat ene feestje voor zijn tiende verjaardag was alles wat hij nodig had. Het maakte van Tom een racer. Zijn ouders hadden hem meegenomen naar de indoorkartbaan van Zoetermeer en hij vond het karten zo leuk dat hij al snel niks liever wilde. Hij begon fanatiek te trainen en niet veel later ging hij wedstrijden rijden. Sindsdien stond hij vaak op de hoogste trede van het podium en reed hij diverse baanrecords. Na zijn eerste meters op een buitenbaan in 2011 stond hij in 2014 voor het eerst aan de start van het Nederlands kampioenschap.
Bij dat niveau hoorde een leven als topsporter. “Buiten racen vroeg veel meer van me omdat het een stuk zwaarder is dan binnen racen. De karts zijn zwaarder en ze gaan een stuk harder”, legt hij uit. Om op niveau te kunnen rijden, doet Tom aan krachttraining en cardio en traint hij natuurlijk in zijn kart. “Het helpt me scherp te blijven en te ontdekken waar de limieten liggen waarop ik nog scherp kan zijn. Mijn vrije tijd is altijd op racen gericht. Ik heb thuis een simulator waar ik alleen, maar ook met vrienden van het karten op race. Als ik alleen op de simulator zit, dan ben ik veel met wijzigingen in de afstelling van een auto bezig om de snelheid te verhogen.”
Tom komt net als vorig jaar uit in de Senioren-klasse van het Nederlands kampioenschap Rotax Max; zijn vijfde jaar op het hoogste niveau in Nederland en het zou tevens zijn laatste jaar in het karting moeten zijn. Na zijn derde plaats van vorig jaar is de rijder van Kuijer Racing dan ook vast van plan de titel te veroveren. Tom: “Het zou natuurlijk geweldig zijn om mijn kartcarrière met een titel af te sluiten!”
Om zich zo goed mogelijk te kunnen voorbereiden op zijn overstap naar de autosport werkt hij al enige tijd met performance coach Sebastian Buurma. Die kent de kwaliteiten van de snelle Zuid-Hollander inmiddels precies. “Tom krijgt het voor elkaar om zich in korte tijd volledig aan te passen aan de kart”, zegt Buurma. “Dat kan ertoe leiden dat hij gedurende een sessie geen drop in performance heeft. Op het moment dat je in plaats van in de chaos van een kartrace in een volwassen autosportveld staat, is dit een cruciale eigenschap.”
“Tom heeft een sterk analytisch vermogen wat in de hectiek van een kartwedstrijd niet altijd een voordeel hoeft te zijn. Maar juist dit sterke analytische vermogen kan hem in de autosport veel brengen door het kunnen overzien van het voertuig, de eigen skills, de situatie, de concurrentie enzovoorts. Hij durft dingen te doen die voor hem onnatuurlijk aanvoelen, zodra hij gelooft dat dit hem beter kan maken. Hiermee wil ik zeggen dat Tom buiten de baan buiten zijn comfortzone durft te treden om beter te worden.”
In welke klasse hij volgend jaar in de autosport debuteert, weet Tom nog niet. “Ik ben aan het kijken welke klasse geschikt is, informeer bij mensen die al langer meelopen in de autosport wat zij me zouden aanraden.” Fanatiek als hij is, heeft hij zijn pad voor de langere termijn evenwel al in zijn hoofd. “De Blancpain GT Series Sprint Cup lijkt me hartstikke leuk. Maar het ultieme doel is de 24 uur van Le Mans rijden. Ik kan in de kart lang constant en scherp blijven en er is weleens tegen me gezegd dat ik daardoor geschikt ben voor langeafstandsraces.”
Jan Lammers is wat dat betreft zijn voorbeeld. De 61-jarige Zandvoorter is oud-Formule 1-coureur en sinds vele jaren actief in de zogenaamde enduranceracerij. Hij won zelfs de 24 uur van Le Mans. Tom: “Ik vind het bijzonder wat hij heeft bereikt in de sport. En hij is nog steeds actief. Ik vind dat bewonderenswaardig. Zo’n carrière lijkt me geweldig.”
Hoewel hij hoopt zo snel mogelijk een volwaardig beroepscoureur te worden, hoopt Tom zich vanaf volgend jaar ook te richten op een studie werktuigbouwkunde aan de Haagse Hogeschool in Delft. “Ik heb van kleins af aan geroepen dat ik iets met auto’s wil doen. Toen ik aan het uitzoeken was welke studie ik dan het beste kon gaan doen, kwam ik uit bij werktuigbouwkunde.” Maar, laat één ding duidelijk zijn: “Het liefste word ik coureur”, zegt hij. “Ik heb bewezen dat ik de snelheid ervoor heb. Ik voel me klaar voor de autosport.”