Autoschade in moderne racespellen is steeds minder realistisch

Racespellen als Gran Turismo en Need for Speed blijven enorm populair. In deze spellen lijkt de auto vaak onverwoestbaar en kun je de race met een enkele druk op de knop opnieuw starten. Ondanks de heftige botsingen en spectaculaire crashes, rijdt de speler meestal ongestoord verder, alsof er niets is gebeurd. Soms zie je wel eens een schram of een gebroken raam, maar zelden is de schade zo groot als wat je in het echt zou zien. Dit contrasteert sterk met de realiteit, waar zeker raceauto's vaak al bij relatief lichte aanrijdingen aanzienlijke schade oplopen. Dat is logisch, zeker bij grote snelheden.

De invloed van autofabrikanten
Een van de voornaamste redenen voor de beperkte weergave van schade in racegames ligt bij de autofabrikanten zelf. Gameontwikkelaars willen natuurlijk echte auto's in hun games en geen eigen uitvindsels en namaakmerken. Als ze dat willen doen, hebben ze daarvoor de toestemming nodig van de autofabrikanten. Zij geven licenties aan spelontwikkelaars om hun modellen in de games te gebruiken. Aan deze licenties kunnen zij voorwaarden koppelen. Zo hebben autofabrikanten de controle over hoe hun auto's worden afgebeeld en gebruikt. En het laatste wat ze willen, is dat hun auto in een negatief daglicht wordt geplaatst. Natuurlijk weet iedereen dat een crash schade oplevert. Maar een totaal verwoeste auto past niet bij het imago dat veel merken willen uitstralen.

Technische en praktische overwegingen
Het ontwikkelen van realistische schademodellen is bovendien een complex en tijdrovend proces. Elk model moet individueel worden aangepast om realistische schade te kunnen weergeven, wat extra werk met zich meebrengt. Daarnaast moet elke vorm van schade opnieuw worden goedgekeurd door de ontwikkelaars en de automerken, een proces dat veel tijd in beslag neemt en dat de ontwikkeling van een spel kan vertragen. Dit heeft geleid tot een trend waarbij ontwikkelaars ervoor kiezen om de schade beperkt en voornamelijk cosmetisch te houden.

Focus op de game-ervaring
Hoewel realisme in racespellen door velen wordt gewaardeerd, kan een overmatige focus op realistische autoschade de spelervaring verstoren. Veel gamers spelen racespellen juist voor de spanning en het plezier van het racen zonder de consequenties van het echte leven. Ze willen ongehinderd hoge snelheden bereiken, spectaculaire manoeuvres uitvoeren en uitdagende circuits overwinnen. Ze willen zich niet bezighouden met het herstellen van een schade auto of zich bij elke bocht zorgen maken over schade.

Als spellen te veel de nadruk leggen op realistische schade, zoals mechanische defecten en de noodzaak van frequente reparaties, kan dit afleiden van de kern van het spel: de race zelf. Gamers zouden dan meer bezig zijn met het managen van de schade en het herstellen van hun voertuigen, wat voor sommigen kan voelen als een verstoring van de actie en opwinding die zij zoeken in een racegame. Dit kan dus resulteren in een minder meeslepende ervaring voor diegenen die gewoon willen genieten van de vrijheid en snelheid op het virtuele circuit.

Alternatieve benaderingen in de industrie
Toch zijn er spellen die kiezen voor een andere aanpak. Games zoals Wreckfest en BeamNG.Drive hebben ervoor gekozen om niet gebonden te zijn aan specifieke licenties van autofabrikanten. Zij gebruiken fictieve auto’s die weliswaar gebaseerd zijn op echte modellen, maar vrij zijn van de restricties die de fabrikanten opleggen. Hierdoor kunnen deze games een veel realistischer schadebeeld bieden, wat ze aantrekkelijk maakt voor liefhebbers van autosport en realisme.