Karting • CIK-FIA

Karter Coen Doorn kent sterke performance in Kerpen en staat tweede in de stand van het DKM: "Ik wil zoveel mogelijk leren!"

Uitgegeven door Bas Kaligis • 2 september 2020 17:14

KERPEN - Coen Doorn is bezig aan een ijzersterk kartseizoen, dat door de COVID-19 pandemie later van start ging. Inmiddels heeft Coen al twee races van het Deutsche Kart Meistershaft (DKM) achter de rug en reed daarin zeker niet onverdienstelijk. De jonge Blaricummer, die op technisch vlak wordt bijgestaan door Gert Jager, reed al twee keer naar het podium in de prestigieuze KZ-klasse. Bovendien staat hij inmiddels op de tweede plek in de tussenstand van het hoog aangeschreven kampioenschap in Duitsland.

Coen Doorn rechts met teambaas Gert Jager

Omdat de locatie van de tweede ronde van het DKM - oorspronkelijk gepland op de nieuwe baan in Mülsen - werd vervangen door die in Kerpen, was dat de tweede opeenvolgende ronde op dat circuit. “Het is een mooi kampioenschap. Ik heb nu twee DKM’s gehad en die gingen best wel goed, al heb ik nog veel te leren”, zei de immer bescheiden Coen. “Tijdens de training op vrijdag hadden we nog wat moeite met de afstelling, zaterdag ging het al een stuk beter.”

Dat bleek. In de kwalificatie snelde de talentvolle coureur op zijn Kart Republic-kart met TM-motor naar de tweede tijd. Daarna won hij de eerste heat. Na afloop kreeg hij helaas een penalty omdat hij iets te vroeg gestart zou zijn en werd hij enkele plekken teruggezet. In de tweede heat bewees hij opnieuw hoe snel hij is door de tweede plaats voor zich op te eisen.

In de prefinale mocht Coen van poleposition starten en liet hij zijn talent gelden. “Ik had wat moeite met het begin. Het was moeilijk om de juiste snelheid te vinden. Ik was wel snel, maar niet snel genoeg om weg te rijden. Het veld zit sowieso heel dicht bij elkaar.” Achter hem vlogen de nummer twee en drie samen van de baan. “Ik had niet gezien dat ze eraf gegaan waren, maar het gaf wel een beetje lucht en zo won ik. Natuurlijk was ik blij.”

In de finale startte hij van P2 en had de nummer één in de eerste meters al verschalkt. Toen reed de belofte ronden lang aan kop voor een hele vloot Mach1-rijders achter zich aan. “In de eerste ronden lag ik aan kop, en ik moest proberen dat ze er niet langs konden.” Totdat hij een zetje van achteren kreeg en naar buiten werd gedrukt. Daardoor kwam hij op het vuil terecht. “Ik viel terug naar P5 en verloor later nog een plek. Gelukkig kon ik terugkomen in het resterende deel van de race. Ik probeerde zo snel mogelijk te rijden en ben zo nog vierde geworden.”

Coen staat nu erg knap tweede in de stand van het DKM. “We hebben grote voorsprong op de nummer drie en ik sta maar vijf punten achter op de nummer één Muller.” Hij was bovendien de enige Nederlander die het tempo aan kop kan bijhouden tussen alle Duitse toppers. “Ik had niet verwacht dat het zo goed zou gaan. Het niveau is hoog. Die Duitse jongens hebben al veel ervaring op die Duitse banen.”

Bovendien heeft Coen nog veel te leren, meent hij zelf. “Dit is pas mijn tweede schakelkart seizoen. We proberen de zwaardere wedstrijden uit te kiezen, de races met een heel hoog niveau. Daarom rijden we dit jaar het DKM en het EK. Ik wil zoveel mogelijk leren en dat kan alleen als je de sterke competities opzoekt.”

Daarbij is zijn monteur Gert Jager zijn steun en toeverlaat. “Hij heeft erg veel ervaring in de kartsport. Hij heeft zelf geracet en is technisch erg goed, zowel met de kartafstelling als de motoren. Hij is dus heel belangrijk voor me.” Ook in coronatijd. “De kartbanen waren een tijdje dicht, maar toen de banen open waren heb ik meteen het eerste weekend met Gert getraind. Ook heb ik veel getraind in de sportschool.”

Coen Doorn met teambaas Gert Jager op pole

Dankzij die gedegen voorbereiding hoopt hij de rest van het seizoen te kunnen blijven scoren. “We richten ons op het DKM en we doen ook mee aan de komende EK-wedstrijd in Genk. Daarnaast rijd ik enkele NK-wedstrijden in Nederland als ze niet samenvallen met andere wedstrijden.”

Coen keek verwachtingsvol uit naar de aanstaande EK-wedstrijd. “Daar rijden heel veel snelle jongens. Ik ga het beste ervan proberen te maken. Als ik de finale haal, is dat al goed, maar natuurlijk hoop ik op meer.”

Hij weet inmiddels hoe moeilijk die wedstrijden kunnen zijn. Toch heeft hij goede hoop op een mooi weekeinde in Genk. “Tijdens het EK op het circuit van Adria had ik nog geen ervaring op die baan. Dan is het te kort om en de baan te leren kennen en de kartafstelling goed te krijgen. Maar de baan in Genk ken ik wel. Ik ga het beste ervan maken.”

Voor EK’s en races voor het Duits kampioenschap is Coen vaak meerdere dagen in het buitenland. Daarvoor krijgt hij medewerking van het Luzac Lyceum in Hilversum, waar hij havo-leerling is. “Omdat ik een topsportstatus heb, kan ik vrij krijgen voor de internationale races. Daarom bedank ik school voor de medewerking. Maar ik moet natuurlijk wel al mijn huiswerk afhebben”, besloot hij met een lach.

Coen Doorn bedankt de volgende personen en bedrijven voor hun steun: zijn moeder, TecnoSpirit, Coen van Ede, Gert Jager, Sportschool PersonalProf en last but not least Patrick de Vries en Jennifer van de beek, die aan de basis hebben gestaan van zijn kartloopbaan.

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS