De geschiedenis van een circuit vol uitdagende bochten: Zandvoort
Uitgegeven door Bas Kaligis • 15 januari 2020 00:01
Sommige lezers zullen zich de eerste Prijs van Zandvoort (7 augustus 1948) nog kunnen herinneren. Zondag 3 mei 2020 rijdt de Formule 1 voor het eerst weer de Grote Prijs van Nederland op Circuit Zandvoort. De baan is vrijwel altijd open gebleven. Er waren Formule 3-races, wedstrijden voor toerwagens en diverse ludieke evenementen, zoals de achteruitrij-races met Dafjes. Het draagt allemaal bij aan de inmiddels 80-jarige geschiedenis van Circuit Zandvoort waar we in dit artikel dieper op ingaan. Zandvoort is een unieke plaats vol geschiedenis, of het nu over het circuit, het eerste casino van Nederland of de boulevard en het strand gaat.
Die geschiedenis van het circuit begint met een straatrace door Zandvoort op 3 juni 1939. Er is dan al twintig jaar gezocht naar een circuit in Nederland. Andere landen hebben inmiddels een of meerdere racebanen, Nederland blijft hopeloos achter. Ondanks de enthousiaste oproep van meerdere organisaties, vooral de KNAC, wil de overheid er niet aan meewerken.
De sportieve burgemeester Henri van Alphen van Zandvoort ziet de komst van een autorace naar zijn dorp wel zitten.Met Jhr. Mr. Johan van Oyen, voorzitter van de KNAC, schrijft hij een plan. Dat wordt op 28 november 1938 aangenomen door de gemeenteraad van Zandvoort. Het Ministerie van Waterstaat geeft daarna ontheffing van het landelijke wedstrijdverbod. De organisatie kan beginnen.
Iets buiten het bestaande Zandvoort, wordt een tijdelijk parcour ontworpen in de vorm van een acht. De baan wordt 2300 meter lang en krijgt grotendeels een breedte van 9 meter. Het geheel wordt bedekt met asfaltbeton. Er komen wedstrijden op 4 klassen gebaseerd op cilinderinhoud. De race staat alleen open voor serie- en sportwagens, en uitsluitend voor Nederlandse coureurs.
Er kleven enkele nadelen aan het tijdelijke straatcircuit, zo zijn de rechte stukken vrij kort en smal, waardoor de auto’s elkaar niet goed kunnen passeren. Het wordt tijd voor een permanent circuit. Na de oorlog begint men met de bouw, de eerste race op het nieuwe circuit wordt uiteindelijk op 7 augustus 1948 gereden.
De bochten van circuit Zandvoort zijn legendarisch en uitdagend. Het is een circuit waar slechte remmen of een schakel- of stuurfout een coureur fataal kan worden. Het nieuwe circuit heeft in totaal 13 bochten, niet geschikt voor bijgelovige coureurs dus.
De dertiende bocht is de Arie Luyendijkbocht, vernoemd naar de coureur die in Amerika twee keer de beroemde Indy Car-race won. De bocht staat bekend als de snelste van circuit Zandvoort. In de aanpassingen voor de Grote Prijs van 2020 wordt de bocht nog sneller gemaakt: coureurs kunnen straks vrijwel op volle snelheid door de bocht. Vervolgens kunnen ze met een uitrem een spectaculaire passeeractie doen, is de bedoeling van de organisatie.
Het is overigens niet de eerste keer dat het circuit wordt aangepast, vanaf de start in 1948 is dat al meerdere keren gebeurd. En ook de namen van de bochten veranderden soms. Zo werd de oorspronkelijke Hondenbocht omgedoopt tot Marlboro-bocht, uiteraard vanwege de sponsor. Toen sport en sigaretten toch niet meer zo goed samengingen, werd de bocht hernoemd naar Mastersbocht.
Wat nog wel goed samengaat: sport en gokken. In Zandvoort kan je sinds 1 oktober 1976 bij Holland Casino terecht. Op die datum werd de eerste vestiging van Nederland geopend in het Zandvoortse Hotel Bouwes. Het eerste legale casino van Nederland weet in het eerste weekend zo’n 4000 bezoekers aan te trekken, een groot succes. Net als circuit Zandvoort.