McLaren krijgt ervan langs! F1-analist Christijan Albers: 'Ik vind ze heel slecht'
Uitgegeven door Tygo Bekkema • 25 maart 2025 07:00
McLaren deelt dit jaar vooralsnog de lakens uit in de Formule 1. Het team van coureurs Lando Norris en Oscar Piastri won in beide races en zij gaan zodoende ook aan de leiding in zowel het constructeurs- als coureurskampioenschap. Toch is het niet allemaal rozegeur en maneschijn bij de Britse renstal, want ze zijn tot nog toe niet feilloos gebleken. Voormalig F1-coureur Christijan Albers komt zodoende met een vernietigend oordeel.
In Australië viel de overwinning ten prooi aan Norris en tijdens de Grand Prix van China was Piastri de heersende factor. Maar lang niet alles gaat perfect bij McLaren. “Ik vind ze heel slecht. Dan heb ik het niet over de auto, want die is verruit het beste van het hele veld. Maar als je kijkt naar die twee jongens dan vind ik dat ze veel fouten maken”, laat Albers weten bij de Formule 1-podcast van De Telegraaf.
Het oordeel van de 46-voudig Grand Prix-deelnemer komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Tijdens de sprintrace in China kwam Norris er niet aan te pas, in Australië liet Piastri het afweten in regenachtige omstandigheden en beide heren maakten tot nog toe een wisselvallige indruk in de verschillende kwalificatiesessies.
“Als je op een gegeven moment zo’n goede auto hebt en twee coureurs die helemaal omhoog geprezen worden, dan vind ik het zwaar tegenvallen, die eerste twee races. Ik bedoel, vergeet niet dat ze er in Australië allebei afgingen. Dat liep maar net goed af”, aldus Albers, die de hype omtrent de rijders bij McLaren onterecht vindt.
Iemand die overigens wel garen spint bij de wisselvalligheid van McLaren: Max Verstappen. Ondanks dat de Nederlander de voorbije raceweekenden overduidelijk tekortkwam, staat hij vooralsnog slechts acht punten achter op WK-leider Norris. Volgens Albers moet McLaren dat zichzelf echt aanrekenen. “Het feit dat McLaren nog niet is uitgelopen is natuurlijk wel het geluk van Max. Hij kan de aansluiting houden, die twee mannen hadden eigenlijk al heel ver uit kunnen lopen.”
