Wat kan Robin Frijns in de ePrix in de Chinese badplaats Sanya op het tropische eiland Hainan?

’s Werelds eerste volledig elektrische raceserie, de Formule E, heeft de tenten voor de zesde ePrix van dit seizoen opgeslagen in de straten van Sanya, een populaire Chinese badplaats op het tropische eiland Hainan. Valt er bij deze primeur voor Audi-coureur Robin Frijns meer te halen na zijn derde plaats in Hongkong?

De Formule E is dit seizoen onvoorspelbaar: vijf verschillende winnaars in evenzovele ePrix’ onderstrepen dat. De nieuwe futuristische raceauto, de zogenaamde Gen2 met een batterijpakket van 385 kilogram en een bijna verdubbelde opslagcapaciteit ten opzichte van de vorige bolide (52kWh om 34 kWh), wordt door de coureurs unaniem tot een bruut monster benoemd. Dat is naast de speurtocht naar nieuwe elektrische technologie een van de redenen waarom steeds meer autofabrikanten in de Formule E stappen.

Formule E is redelijk betaalbaar
Volgend jaar treedt onder meer Porsche als nieuwkomer toe. Want Formule E is in opmars en als raceserie voor fabrikanten ook betaalbaar. “Een Gen2-auto kost iets minder dan een miljoen in aanschaf (834.000 GBP)”, legt Tristan Summerscale, Audi’s projectleider Formule E, uit. “Dat is redelijk betaalbaar in vergelijking met auto’s uit andere series.” Het verschil in succes wordt volgens hem gemaakt door een viertal componenten. “De coureur, de afstelling, strategie en de aandrijflijn.”

Nog sexyer
Volgens Summerscale haken steeds meer grote fabrikanten aan, wordt de serie dankzij de wereldwijde tv-coverage ook steeds populairder bij het grote publiek. Formule E moet in zijn optiek nog sexyer worden. “We willen meer emotie in elektrisch rijden brengen. Met deelname in de Formule E leren we bovendien technisch veel over de softwarekant”, aldlus Summerscale. “En die kennis is weer relevant voor de ontwikkeling van onze elektrische straatauto’s.”