Broers Jentsen en Darragh Adriaenssens dominant in Ascars op RaceWay Venray; kampioen en P3
Uitgegeven door Bas Kaligis • 27 november 2019 17:10
GENK – Na debuutjaar 2018 in de LMV8 was het voor de razendsnelle broers Jentsen (23) en Darragh (21) Adriaenssens dit jaar tijd om te scoren. De twee autocoureurs uit Brasschaat bezetten twee van de drie podiumplaatsen bij de ASCARS in de eindstand van het baankampioenschap van RaceWay Venray. Darragh werd derde en Jentsen eerste. De oudste van de twee broers won bovendien het algemeen kampioenschap op de baan van Harry Maessen.
“Het is heel goed gegaan”, was de reactie van Jentsen. Een understatement natuurlijk, maar die uitspraak had zijn oorsprong in verbazing. “Aan het begin van het jaar hebben we iets aan de wagen moeten vervangen. Daarna konden we meedoen om de overwinning, we hadden echt de snelheid. Dat was een beetje geluk bij een ongeluk.”
Die relativering markeerde de bescheidenheid van de snelle Belg, want een auto kan alleen dankzij zijn coureur vooraan finishen, en daarin slaagde Jentsen heel vaak. “Ik ben in de heats een stuk of tien keer on de top drie geëindigd. En in mijn klasse (de ASCARs, red.) heb ik alles gewonnen, op 5 of 6 heats van de 24 na.”
Nu het seizoen erop zit, rest vooral blijdschap. “Ik had in het algemeen niet verwacht vooraan te kunnen meedoen. Ik dacht aan een plek in de top vijf. Maar elke keer dat je de baan opgaat, leer je meer. Rijden in deze auto’s is nog steeds vrij nieuw voor ons omdat we uit het karting komen.”
“Je hebt ineens beschikking over 450 pk. Dat hebben we echt wel even onder de knie moeten krijgen. Vanaf het moment dat de lichten uitgaan, is het verstand op nul en proberen te overleven. Vorig jaar had ik veel technische problemen, dit jaar ben ik bijna elke keer aangekomen en heb ik een pak meer ervaring. Je weet wat meer wat je wel en wat je niet kunt doen. Dit jaar was zeker leuker.”
Voor zijn broer Darragh daarentegen, restten gemengde gevoelens. Hij werd weliswaar knap derde bij de ASCARs, maar hij realiseerde zich tegelijkertijd dat het eigenlijk de tweede plaats had moeten zijn. “Bij het begin van de laatste ronde van het kampioenschap stond ik tweede. Maar in de eerste manche ging een achterligger in de muur en hij pakte mij mee. Alles aan de auto was kapot. Daardoor ben ik derde geworden in de eindstand. Want na die crash kon ik de rest van de dag niet meer koersen. Ik ben blij dat ik in de top drie sta, maar het was mooi geweest om met mijn broer één en twee te staan.”
Ook voor Darragh gold dat hij zich dit jaar beter in zijn element voelde op het circuit in Venray. “Ik kon meer de gevechten aan en had de auto beter onder controle. Ik kon beter racen. Ik had ook iets meer lef deur aan deur te rijden, maar op zich valt dat goed mee omdat je met karting gewend bent om zo close te racen.”
Wat de broers volgend seizoen gaan doen, staat nog niet vast, maar normaal gezien rijden zij opnieuw in de ASCAR-competitie in Venray. Daar zou het Formule BRL-kampioenschap nog bij moeten komen (daarvoor moeten er vijftien inschrijvingen zijn), dat in 2020 nieuw is op het Limburgse asfalt. Darragh: “In de BRL kun je nog veel harder door de bocht gaan. Het geeft een nog grotere kick. De auto is open, je zit veel lager en je bent nog actiever in de auto.”
Jentsen: “We gaan kijken hoe het loopt. Als we ook de Formule BRL gaan rijden, hebben we zeker een druk jaar. Dan stoppen we helemaal met karten en gaan we vol focussen op de autosport.”
Ook kent de baan van RaceWay Venray geen geheimen meer. "Het is een geweldig complex wat Harry Maessen hier heeft gerealiseerd. Het biedt vele racefans en liefhebbers, maar ook piloten om te genieten van deze vorm van autosport. En je kunt hier ook karten. Mijn broer en ik rijden hier ook kartraces van de IAME X30 en GK4."
Dit jaar hebben de broers nog een paar kartwedstrijden gereden. Dat was in het NK IAME X30 en het WK IAME X30 in Le Mans. Jentsen: “Bij het WK ben ik nog tweede geworden in prefinale in de SuperShifter-klasse. In finale ben ik helaas wat teruggezakt en had ik een klikbumper. Daardoor ben ik uiteindelijk vijftiende geworden. Karten blijft leuk om te doen. Het is moeilijk om afscheid van te nemen.”
Jentsen en Darragh Adriaenssens bedanken hun vader en moeder, Yves van de Merckt, RaceWay Venray, het hele team van DFK en alle sponsors: Acol, Texaco, Havoline, Electro Goomans en Lumar Verhuurbedrijf.