Audi op koers met ontwikkeling Formule 1 Power Unit met behulp van 22 uiterst moderne testbanken

Al ruim twee jaar wordt er gewerkt aan de aandrijflijn van Audi’s Formule 1-auto, voor het F1-debuut van Audi in 2026. Voor de hybride-aandrijving, in vakjargon de ‘Power Unit’ genoemd, is Audi Formula Racing GmbH in het Zuid-Duitse Neuburg an der Donau als zelfstandige onderneming opgericht. Samen met het huidige Sauber-team in het Zwitserse Hinwil, dat Audi heeft overgenomen, vormen de medewerkers in Neuburg het toekomstige fabrieksteam waarmee Audi vanaf 2026 aan de Formule 1 gaat deelnemen. Bij de ontwikkeling van de Audi Formule 1 Power Unit zijn grote stappen gemaakt, zo stellen Adam Baker en Stefan Dreyer, respectievelijk CEO (chief executive officer) en CTO (chief technical officer).

Na een relatief korte periode van twee jaar loopt de Power Unit, bestaande uit de verbrandingsmotor, elektromotor, accu en elektronische regelsystemen, inmiddels op de testbank. De Audi Power Unit heeft al gesimuleerde raceafstanden afgelegd. “Belangrijke mijlpalen en doelen zijn bereikt, wat het hele team een goed gevoel geeft”, aldus Adam Baker. Audi beschikt in Neuburg over liefst 22 uiterst moderne testbanken en zeer geavanceerde ontwikkelingstools. Het is de bedoeling binnenkort ook raceafstanden met de complete aandrijflijn, dus de combinatie van de Power Unit en versnellingsbak, op de testbank af te leggen.


Stefan Dreyer bij motortestbank. Tests op verschillende gesimuleerde circuits
Bij de simulaties wordt gebruikgemaakt van verschillende circuits, afhankelijk van wat er getest wordt. Het circuit van Las Vegas is bijvoorbeeld interessant als het gaat om energiemanagement, want snelle en langzame bochten wisselen elkaar af en er wordt op de Las Vegas Strip bijna twee kilometer lang volgas gereden. Adam Baker: “Het horen van de Audi Power Unit op gesimuleerde circuits als Spielberg, Singapore of Las Vegas, zorgt niet alleen voor kippenvel bij alle betrokkenen, maar geeft ons ook het gevoel een grote stap dichter bij onze eerste race in 2026 te komen.”

Ervaring met hoogvoltage-technologie
Het was belangrijk om in alle segmenten een goede basis voor de ontwikkeling van componenten te realiseren: verbrandingsmotor, elektromotor, accu, elektronische regelsystemen en software. Daarbij maakte Audi ook gebruik van ervaring uit eerdere autosportprojecten met hoogvoltage-technologie, zoals Le Mans, de Formule E en Dakar. Stefan Dreyer: “We hebben al bewezen dat we conventionele, hybride en volledig elektrische aandrijving kunnen ontwikkelen. Niettemin is de uitdaging in de Formule 1 nog eens volledig anders als het gaat om toptechnologie en competitie. Dat geldt ook voor onze partners en toeleveranciers.”


Motor testbank! Volledige focus op de Power Unit voor 2026
Bij de ontwikkeling van de Power Unit voor 2026 wordt maximaal gebruikgemaakt van de mogelijkheden die er bij de budgetbegrenzing, de ‘cost cap’ van de mondiale autosportfederatie FIA, bestaan. “We hadden van begin af aan een duidelijk beeld van structuren, systemen, processen en de juiste instelling. Als gevolg van de ‘cost cap’ bestaat er een direct verband tussen financiën en prestaties.”

De in 2014 door Audi gerealiseerde infrastructuur voor de autosport in Neuburg is een goede basis, waarmee er direct in 2022 met de ontwikkeling van de Power Unit kon worden gestart. Daarnaast is er een extra gebouw voor de testbanken, werkplaatsen en laboratoria gebouwd. “Alle nieuwe testbanken zijn nu in bedrijf, zodat we op volle snelheid kunnen doorontwikkelen”, aldus CTO Dreyer. In Neuburg werken inmiddels mensen uit 23 verschillende landen in het team. Naast bestaande medewerkers van Audi Sport is er ook Formule 1-expertise van buiten aangetrokken.

Nauwe samenwerking
Tussen Neuburg en Hinwil wordt er nauw samengewerkt. Daarbij ligt de nadruk op de integratie van de Power Unit met wezenlijke details als het warmtemanagement. Ook bij de transmissie is er een nauwe samenwerking: de interne componenten worden in Neuburg ontwikkeld, structurele elementen als de behuizing en de achteras ontstaan in Hinwil, waarna het geheel op de Powertrain-testbank wordt getest. “Ons doel is duidelijk”, zegt CEO Baker afsluitend. “Volledig gebruikmaken van de voordelen en mogelijkheden van een fabrieksteam bij de packaging en integratie van de Power Unit.”